Tielrode: De naam

Tielrode is één van de oudst bekende dorpen in het Waasland. In de beschrijving van de staat der goederen van de abdij van Lobbes vind men de namen Tigelroda (Tielrode), Ham (Hamme) en Durbecca (onbekende plaats).

Over de betekenis van de uitgang “rode” bestaat weinig twijfel. Het Oud-Nederlandse “roden” betekent rooien. Rode wijst dus op een open plaats in een bos die door het rooien van bomen en struikgewas ontstaan is.

Over de oorsprong van het eerste naamsgedeelte bestaat wel onenigheid. “Tiel” zou afkomstig kunnen zijn van Tijl of Tillo. Omdat het rooien van een stuk bos in de eerste eeuwen van onze jaartelling een krachttoer was, werden de open plaatsen die zo in het woud  ontstonden, genoemd naar de mensen die dit werk uitvoerden. Tillo was de rechterhand van Sint-Elooi bij de kerstening van Vlaanderen. Hij stierf in 702. Het is dus niet onmogelijk dat het dorp zijn naam draagt.

“Tiel” zou echter ook afkomstig kunnen zijn van het Saskische “tilicui” wat bebouwen betekent. Tielrode zou dan zijn naam danken aan het bebouwen van een gerooid bos.  “Tiel” zou echter ook kunnen wijzen op een goede aanmeerplaats voor vissers op een hoogte langsheen een rivier. Deze verklaring past zeer goed bij Tielrode. Het dorp is gelegen op een helling nabij de Durme.

Een laatste verklaring wijst naar het “teel” of “teil”, het Franksiche woord voor tegel of dakpan. Reeds in de Romeinse tijd werden er te Tielrode dakpannen gebakken.